In de rechtspraak bestond er een discussie over het feit dat het versturen van de laatste 14 dagen aanmaning (met vermelding van de incassokosten) als laatste aanmaning nu wel of niet voldoende was om in een procedure met succes de incassokosten te vorderen. In sommige gevallen werden incassokosten afgewezen omdat een kantonrechter oordeelde dat er na het verzenden van de 14 dagen aanmaning nog meer incassowerkzaamheden verricht zouden moeten worden om gevorderde incassokosten in een procedure toe te wijzen.
Afgelopen week heeft de Hoge Raad een voor schuldeisers positief antwoord op deze vraag gegeven. Het komt er op neer dat indien de schuldeiser in redelijkheid tot het verrichten van incassohandelingen is overgegaan en de daarin genoemde veertiendagenbrief aan de consument-schuldenaar heeft gestuurd, bij uitblijven van de betaling binnen de termijn van veertien dagen de in het Besluit genormeerde vergoeding voor buitengerechtelijke incassohandelingen door de consument-schuldenaar verschuldigd wordt, zonder dat de schuldeiser gehouden is daartoe nog nadere incassohandelingen te verrichten.
De volledige tekst kun u hier lezen.